Opruimen:
Bij mij aan boord heeft alles zijn eigen plek en dat probeer ik ook zo te houden.
Nergens wordt het zo snel een puinhoop als op een boot.
Dat lijdt niet alleen tot irritaties, maar kan ook tot gevaarlijke situaties leiden. Als plotseling alle hens aan dek nodig is en je kan je reddingsvest niet vinden of je struikelt over de spullen van een ander kan dit tot gevaarlijke situaties leiden.
Alles heeft daarom een vaste plek aan boord. Na afloop wordt alles direct weer op zijn plaats terug gelegd.
Iedere opstapper krijgt een eigen hoekje in de boot voor zijn eigen spullen met het verzoek ze daar ook te laten en niet door de hele boot te laten slingeren.
Verhoudingen aan boord:
Democratie is een mooie uitvinding, maar aan boord werkt het niet.
De schipper heeft de eindverantwoordelijkheid en de bemanningsleden schikken zich daarnaar.
Er is natuurlijk niets tegen overleg, maar niets is rampzaliger dan twee schippers op een schip.
Vaak gebeurt er weinig of niets tijdens een overtocht, maar als er wel iets aan de hand is kunnen er voor de veiligheid van schip en bemanning snelle en eenduidige commando’s nodig zijn.
Je leeft samen op een kleine ruimte en dit vraagt nu eenmaal inschikkelijkheid.
Onderlinge irritaties kunnen een tocht vervelend maken. Het is daarom belangrijk dat je open met elkaar omgaat. Is er iets, dan kan je twee dingen doen: Het bespreekbaar maken of opkroppen. Het laatste heeft altijd tot resultaat dat wrijving tussen de bemanningsleden ontstaat. Dus voor de dag ermee.
Voor minderl leuke karweitjes is iedereen inzetbaar, koken, afwassen en opruimen zijn op een zeetocht essentieel.