In 1975 schreef Denny Desoutter in één van de Engelse watersportbladen: “Truly, she is a very maneuvrable boat under sail – and under power too, though not when going astern. That perhaps would be too much to expect with this type of keel and rudder; you have to accept a ‘one out of ten’ marking astern as the price for a ’ten out of ten’ for all other conditions.”
Duidelijke taal en o zo waar. Als je niet tijdig achteruitslaat, vaar je zo de hele steiger aan gort. Mij is het gelukkig niet overkomen, maar aanlegmaneuvres vragen wel enige extra planning en aandacht.
Het kan wel. Dat heb ik ervaren, toen in de zomer van 2000 ik met Anny vanuit de Braassemermeer naar het IJsselmeer voer. Bij de Oranjesluizen, met een dikke 6 achterop de sluis in. Goed weten wat je wilt en tijdig de vaart uit het schip halen is het devies en je kom keurig binnen. Het zweet staat wel even in je handen, om met een toen nog onbekend schip dat te doen, maar het kan. Belangrijk is, zoals bij alle haven- en sluis maneuvres, weten wat je wilt, goed plannen en weinig snelheid.
Door haar bolle romp (tumble home) wordt niet alleen de stabiliteit vergoot, maar zal de waterlijn onder helling toenemen waardoor de rompsnelheid toeneemt. Door dit effect kan de Seamaster zich gemakkelijk meten met schepen met een romplengte van zo’n 10 meter (35 ft). Holman & Pye was bekend om dit ontwerp wat een mogelijkheid gaf om binnen de IOR regels de rompsnelheid te verhogen.
Foto: onbekend. Overige foto’s: Henk Käyser